vrijdag 24 juni 2011

intro verhaal

Dit is voor iedereen die een beetje nieuwsgierig is naar waar ik nu mee bezig ben. Het is het beginstuk van het verhaal waar ik nu mee bezig ben, ik ben al veel verder, maar dit wil ik laten zien omdat het een soort van stukje introductie van het verhaal is.


Roel was boos, zijn ouders dachten weer eens zomaar te kunnen verhuizen voor hun werk. Kom op nou, hij was net zo blij dat hij eindelijk drie jaar op dezelfde plaats woonde en nu gingen ze alweer weg! “Mam, moet dit echt? Jullie kunnen toch best een keer een stukje rijden naar jullie werk”, “je zult het er leuk hebben, er zijn veel sportclubs en je kunt nog kiezen op welke school je gaat”
“ik ken er niemand, mam, niemand!” Roel zuchtte, zijn moeder kon zo aandringen als het over dit onderwerp ging. Ze zei altijd dit soort dingen als ze gingen verhuizen: Het wordt vast leuk.... je maakt wel weer nieuwe vrienden....
Nou, dat ging echt niet zo snel als zij dacht hoor, hij was zo blij geweest dat hij de laatste twee jaar geen ‘nieuwe vrienden’ had hoeven maken.
Zijn vader kwam binnen “je kent er trouwens best iemand, dat meisje en haar broers die vroeger altijd naar dezelfde camping als wij gingen” Roel keek een beetje verbaasd, maar herstelde en zei: “Ja dat kind was zo irritant en kinderachtig! En ik ken ze toch eigenlijk alleen van naam?”
“Moet je nu eens goed luisteren” begon zijn vader al, hij werd meteen onderbroken door Roels moeder:”laat hem nou maar even mopperen. Morgen vertrekken we echt Roel, je had toch nooit zo veel tijd nodig om te wennen?”

Ik keek naar buiten, nog twee weken en de vakantie zou afgelopen zijn. Het stortregende, verdomme, het was toch zomer? Ik dacht aan mijn vakantie van dit jaar, we waren met z’n vieren naar Kreta geweest. Ik hou zo veel van Griekenland, het daar mooi, lekker weer en er zitten niet zo veel insecten. Mama kwam naar beneden “hee lieverd, hoe is het?”, “ik haat die regen ik haat ’t echt!”
Ze was alweer weg, zij moest alweer werken, ze had alleen vrijgenomen voor onze twee weekjes vakantie. Mijn mobiel trilde, ik keek op het schermpje en glimlachte. Het was van Alex, hij woonde in Rotterdam, ik heb hem hem ontmoet in op Kreta. We zaten ik hetzelfde hotel. Ik las:
Wat doe je? Ik zit hier
heerlijk van de zon te
genieten en te bedenken
wat ik voor mijn vriend
ga doen omdat hij gaat
verhuizen. Xx misje
Alsof dat mij wat kon schelen, maar ik was wel blij met zijn berichtje. Ik antwoordde gelijk:
Jaloerss! Ik geniet hier
van bakken regen, het
loopt hier nog net niet
onder. Je moet hem een
boek geven met foto’s
van alles wat jullie
samen hebben meegemaakt
met een groep vrienden.
Xx misjouook
Verstuurd. Ik wist eigenlijk niet hoe ik op ‘misje’ had moeten reageren. Ik miste hem eigenijk helemaal niet. Maar wat moet je dan neerzetten? Niets? Dan lijkt het toch alsof je er gewoon overheen gelezen hebt? Bzzz bzzz, ik pakt m’n mobiel.
Wees niet bang! Alles
komt goed! Maar dat van
dat fotoboek is een beetje
kortdag, hij vertrekt
morgen al. Ik kan natuurlijk
wel zelf wat foto’s printen
met leuke teksten en later
sturen. Hij komt trouwens
naar assen, kun hem ook
ontmoeten XD. Ik denk dat
ik dat gewoon doe. Xx love
Oké, hoef nou ook weer niet, love, dat moet je echt niet zomaar tegen mij zeggen! En waarom stuurt hij zijn eigen idee naar mij toe? Wil ie goedkeuring ofzo?
Slimmerd! Waarom ga je dat
nu pas bedenken? Is wel een
goed idee, moet je erop zetten:
wordt vervolgd of meer volgt
of zoiets.. Wat kan mij het
schelen dat hij naar assen
komt? Waarschijnlijk zie ik
hem toch nooit. Xx
Ik twijfelde even of ik er ook love of zoiets achter ging zetten, maar dat voelde als een leugen dus deed ik het niet. En ik bedacht me dat hij er vast niet zo veel mee bedoelde. De regen werd al iets minder. “Leanne!” riep mijn moeder “kom je even?” Ik wachtte niet meer op antwoord, stond op en liet mijn mobiel in de vensterbank liggen.
. . . .

Maar nu ben ik dit verhaal voor de rest dus kwijt omdat mijn computer gecrasht was..
Xx

dinsdag 21 juni 2011

je eigen wereld

stel je voor

een eigen wereld
waar jij het voor het zeggen hebt
geen honger en geen oorlog
geen pijn en geen verdriet
maar metershoge bomen
en het regent dat het giet
de druppels worden vlinders
de bomen groeien snel
je weet niet waar je kijken moet
ook al bedenk je het zelf
stel je voor
een eigen wereld
ik heb de mijne al
in mijn hoofd zijn die hoge bomen
waarover ik je vertel
zoek de weg naar je wereld
misschien vind je hem snel
misschien moet je nog eeuwen zoeken
maar je hebt hem wel

Iedereen heeft een eigen wereld, een plek waar je jezelf kunt zijn en je fantasie de vrije loop laten. Een plek die alleen jij kent en waar alleen jij kan komen. Voor mij zijn daar metershoge bomen, glooiende heuvellandschappen, een eigen volk dat wel iets weg heeft van elfen en ik kan er vliegen. Alles wat ik verzin krijgt een plekje in mijn wereld, soms dicht bij elkaar, soms verder van elkaar af. Maar er is altijd plaats voor je fantasie, dus twijfel niet en schrijf het op. Misschien schrijf jij wel een geweldig verhaal.
Xx

woensdag 15 juni 2011

stilte

ik luister naar de dingen buiten
luister naar de stilte
luister niet naar jou
ik hoor je niet
ik merk je niet op
merk die hand op mijn schouder
niet op
ik luister naar de dingen buiten
zoek al die tijd naar stilte
luister niet naar jou
maar jij blijft praten
en maar praten
geef het op
ik luister niet naar jou

Xx

dinsdag 14 juni 2011

de Leann

Kijk eens wat verder dan de horizon. Kijk eens wat er achter ligt. Waarschijnlijk lukt het je niet, maar er zijn mensen die dat wel kunnen: Leann. Zij zien achter de horizon niet op de manier waarom wij zien, maar meer als een soort plaatje in hun hoofd. De Leann kunnen natuurlijk niet de hele wereld rondkijken, ze zien tot ongeveer 20 kilometer na de horizon. Dit verschilt natuurlijk per persoon en per leeftijd, rond hun twintigste kunnen ze het verst zien. Ook hele jonge kinderen van ongeveer drie jaar kunnen vaak heel ver zien. Hun zicht schommelt dus behoorlijk.
Over het algemeen valt het niet op al er een Leann bij je in de buurt is. Het kan wel opvallen als ze opeens zeggen dat iets vlakbij is terwijl je het nog niet kan zien en je geen kaart hebt of zo. Als dit je opvalt moet je voorzichtig vragen hoe ze dat weten, voor hen is dat ook een waarschuwing dat ze moeten uitkijken wat ze zeggen. Niet veel mensen accepten de gave van de Leann, misschien omdat ze jaloers zijn of omdat ze het niet geloven. Dat zou je aan die mensen zelf moeten vragen.
In de middeleeuwen leefden de Leann als één volk samen, ze werden veracht door de andere mensen. Volgens hen waren ze ketters en heksen. Er is niets overgebleven van de Leann, nergens is ook maar één ding van hen te vinden. Het enige wat nog van hen over is zijn herinneringen en hun nakomelingen, hoewel zij vaak niet eens weten dat ze Leann zijn. Ze zullen waarschijnlijk alleen weten dat ze anders zijn. Doordat de Leann later ook met andere mensen omgingen en kinderen kregen, kan het soms zijn dat de gave een generatie overslaat. Het kan dus dat je opa heel ver kan zien, je oma en je ouders niet en jij wel.
Er bestaan nog steeds Leann in deze wereld, maar het aantal is wel schaars.

Xx

zaterdag 11 juni 2011

de eerste lach


Men zegt dat bij de eerste lach van een kind, een elfje geboren wordt. Dat is niet waar. Bij mijn eerste lach begon een bloem te bloeien, bij de jouwe ook. Die bloem is de bloem waarmee jij het meest verbonden bent. Voor mij is dat een iris, een roos of een vergeetmenietje. Ik kan zelf alleen nooit controleren welke is gaan bloeien bij mijn geboorte.
Maar ik was nog helemaal niet klaar. Als de bloem uitgebloeid is moet het kind huilen, misschien omdat het de bloem mist. De bladeren van de bloem lossen op in fijn stof. Dat stof is je moed, als je het nodig hebt waait het over. Dit kan verklaren waarom mensen zomaar ineens heel moedige dingen doen.
Die moed gaat nooit op, maar het wordt wel minder. De moed is als een elfje, haar lichtje wordt steeds zwakker tot je sterft, dan dooft het. Dit kan een heel goede reden zijn waarom mensen bedacht hebben dat de eerste lach van een kind een elfje werd. Maar elfjes worden heel anders geboren.
Als de bloemen al bloeien en het vriest 's nachts, dan blijft de bloem bevroren. Dit komt maar heel weinig voor. In een bloem is altijd een minuscule hoeveelheid moed, die dus groter wordt als deze bloeit door de eerste lach van een kind. Uit deze moed ontstaat, zolang de bloem bevroren is, een elfje. Men weet niet hoe zij ontstaan of geboren worden. Niemand heeft ooit gedurfd om een bevroren bloem open te maken en te kijken hoe dat elfje er uit zou zien.
Als de bloem ontdooit vallen de bladeren af, langzaam komt het kleine wezentje naar buiten en neemt de omgeving in zich op. Als ze constateert dat het veilig is, klimt ze uit de bloem en fladdert met haar vleugeltjes om ze te drogen. Het heeft eigenlijk wel wat van een vlinder, maar er zijn nog zo veel verschillen.
Als het elfje klaar is om te vliegen spreidt ze haar vleugels uit en gaat ze op zoek naar de veilige haven. De veilige haven is een plek waar geen mens ooit geweest is, niemand weet ook waar het is. Je zou zeggen dat je gewoon een elfje moet volgen, maar zo simpel is dat niet. Elfjes zijn onvermoeibaar en hebben een uitzonderlijke moed, ze zullen alles doen om je af te schudden. Het is onmogelijk om hen te volgen. Wel is het duidelijk geworden dat de meeste van hen in de bossen zijn te vinden, dat is ook niet gek want daar zijn veel minder mensen.
Het enige moment dat je een elfje ziet is als ze pas geboren is, op weg naar de veilige haven.

Oh, en als je ooit een elfje ziet. Volg haar niet, lach naar haar en zeg het tegen niemand. Want niemand zal je toch geloven.

Xx

donderdag 9 juni 2011

begin

de rozen bloeien net
de witte blaadje lichten
op in de zon
ik zou ze voor altijd zo houden
als dat kon

de rozen zijn haast uitgebloeid
ik hou mijn handen op
de mooie witte blaadjes
dwarrelen er op
ik spreid mijn handen in de lucht
ik zie de blaadjes vallen
tussen mijn voeten in
de wind neemt hen mee
elk einde heeft zijn begin

Xx

woensdag 8 juni 2011

verdriet

zij heeft geen rode ogen
maar ze zijn nat en zwart
de tranen blijven stromen
tranen uit haar hart
niets en niemand kan haar schelen
niets of niemand stopt de pijn
ze laat alles lopen hoe het loopt
en zij loopt waar haar vrienden zijn

maar weg
heel ver weg
loopt zij haar eigen weg
niets en niemand kan haar deren
niets of niemand doet haar pijn
zei leidt haar eigen leven
zoals het hoort te zijn

Xx

Lopende bergen

Het is lang geleden dat het gebeurde, maar het is een waar verhaal. Het is gevonden in het dagboek van een één of andere edele man, die het verhaal van de herder heeft gehoord. Hij heeft er ook geen datum bij staan. Niemand weet precies waar en wanneer het gebeurde, alleen dat het is gebeurd.
Een oude herder liep met zijn geiten door een droge rivierbedding, daar liep hij elke dag. De bedding lag al jaren droog en kon ook niet meer volstromen door de grote berg die ontstaan was. Aan de andere kant van de berg lag wel water, de rivier had een andere weg gevonden en stroomde sindsdien daarlangs naar de zee. De dorpelingen moesten nu eerst over de berg als ze aan water wilden komen.
De herder liep altijd door de bedding om naar de graasweide van de geiten te gaan. Het was er altijd even droog en dor, op een paar pollen gras na. Hij liep met hen de weide op en ging liggen voor zijn middagdutje. Hij dommelde al weg toen hij merkte dat de geiten onrustig waren. De oude man stond op en keek in rond of iets zag. Maar er was niets. Hij plofte weer neer en wilde weer gaan liggen toen hij de grond voelde trillen. Het was niet zomaar trillen, het was het trillen wat je voelde als er een reus voorbij liep. De herder wist best dat reuzen niet bestonden, maar toch voelde hij zich niet op zijn gemak. Hij stond op en keek rond.
Ongelofelijk.
Een stuk of drie bergen bewogen langzaam van hun plaats, alsof ze liepen. Niet zoals je je waarschijnlijk voorstelt, schuiven, maar echt met voetstappen. Zo op en neer hobbelend.
De man rende naar beneden, hij smeekte God om hem geen pijn te doen. Tot zijn verbazing merkte hij dat hij tot zijn enkels in het water stond. De grote berg was verschoven! Nu hoefden ze niet meer die ellenlange weg af te leggen om water te halen. De man knielde om God te bedanken. Maar diep in zijn hard wist hij dat dit God niet geweest was. Diep in zijn hard wist hij dat er altijd al iets in die bergen schuilde, sliep, tot de tijd rijp was en het zou ontwaken.
Hij nam zijn geiten mee, rende zijn dorp in en riep:"Een wonder! Er is een wonder gebeurd!"
"Een wonder?", vroegen de mensen,"Dank U God.", fluisterden ze. Maar de herder zei:"Dit was niet God, dit waren de bergen.", hij haalde diep adem en hoopte dat hij niet voor gek werd verklaard,"Lopende bergen." Zijn adem stokte, niemand zei iets en hij bleef maar hopen.

Xx